De Stadsschouwburg in Amsterdam gaat werken met variabele prijzen. Hoe eerder je een kaartje bestelt, hoe lager de prijs. Melle Daamen, directeur van de Stadsschouwburg noemt als voordeel: “Zo stimuleren we mensen om vroeg hun ticket te kopen, waardoor we meer zekerheid hebben over zaalbezetting en inkomsten.” Het experiment is als eerste van toepassing op de voorstelling Richard III van Orkater. In het huidige prijsmodel worden de entreeprijzen vooraf bepaald met de aanbieder van een voorstelling. De prijs verandert gedurende het seizoen niet. Van den Ende werkt wel met verschillende prijzen in het weekend en door de week. Verder fluctueren prijzen in de kunstsector in Nederland niet. De Stadsschouwburg is hierin daarom uniek. Een ander voordeel van dit prijsmodel zijn, naast zekerheid, hogere inkomsten. De subsidies voor kunstinstellingen dalen, waardoor op een andere manier geld binnen moet komen. Daamen: “We hebben een manier gezocht die acceptabel is.”
De prijsverschillen zijn ook van toepassing op kortingen. Bestel je laat een kaartje, dan betaal je een hogere prijs maar nog steeds met een korting. Het zogenaamde ‘sprinten’ voor jongeren onder de 27 blijft. Door het nieuwe prijssysteem kan het wel voorkomen dat een voorstelling sneller uitverkocht is, waardoor ‘sprinten’ op het laatste moment niet mogelijk is.
Na het experiment wordt gekeken of dit effectief was en op dit prijssysteem een vervolg krijgt.
Lees ook:Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Lees ook:What we SEE
Lees ook:Ivo van Hove regisseert Juliette Binoche
Lees ook:Meer bezoekers voor Stadsschouwburg Amsterdam
Lees ook:Richard III in reprise